De afgelopen periode hebben we met de kunst en cultuurgroep van onze VSO-school een werkstuk gemaakt wat uitgegroeid is tot een klein kunstwerkje. Het mooie achter dit werk is dat het min of meer is gegroeid. We zijn begonnen met een techniek die niet bij alle leerlingen bekend is. Lekker avontuurlijk dus.
De nat-op-nat methode: daarbij span je een stevig vel papier op een bord. Dat vel maak je nat. Daarna ga je met sterk verdunde acrylverf kleur aanbrengen.
In ons geval hebben de leerlingen alleen indigo gekregen om mee te werken. Het is spannend hoe de verf op het water reageert maar ook hoe de leerling dáár dan weer mee omgaat. Want je kunt de verf en het resultaat maar moeilijk sturen. Je moet het laten gebeuren, laten groeien en er dan van genieten. Of er juist heel boos door worden. Dat kan ook. Maar dat gebeurde niet hoor.
Onder de handen van mijn bijzondere studenten ontstonden grillige, waterachtige landschappen met prachtige druppels. Geïnspireerd door wat de leerlingen gemaakt hadden, heb ik zeedieren getekend die zij vervolgens op hun eigen manier hebben ingekleurd, geverfd en uitgeknipt. Vervolgens hebben ze deze dieren zelf opgeplakt in een mooie compositie.
Toen de gefotografeerde werkstukken met hun makers via de schoolsite voor de ouders zichtbaar waren, kregen we een bericht van één van hen. “Dit past zó mooi bij wat hier te zien is!” De vader van een van de leerlingen had het op internet gevonden en het bij de reacties op Social Schools geplaatst. Met de naam van de maker van dit gedicht eronder. Het paste perfect bij de schilderijen. Een collega die dit weer onder ogen kreeg, reageerde via diezelfde site met de woorden: “Dat is gaaf! Je zou al die werkstukken bij elkaar moeten doen in een mooie collage, met dat gedicht erbij. En dan in school hangen!”
Het resultaat is bijgevoegd.
Ik ben blij (en trots).

BlijNieuws van één van onze redacteuren